woensdag 26 december 2012

Veur Zwarte Piet gin dialect..

Piet wol ok wat dialect goan leer'n
moar deur tiedgebrek ging dat vukeerd
Zie moss'n nl. weer noar Spanje keer'n
met 'n leuge zak en'n doodmoe peerd

Dronken Sint

Zie de maan schijnt door de bomen
maar ik zie geen Klaas en Piet
ze zouden toch vanavond komen
maar die gasten zijn er niet

Ik zit stilletjes te dromen
ze komen wel, het is nog vroeg
of ben ik bij de neus genomen
en zitten ze samen in de kroeg

Zie de maan schijnt door de bomen
Sint en Piet komen niet meer
hebben vast te veel genomen
hopelijk een volgende keer

Verjeurdag

D'r was'n jong geboor'n
joa, van al so hoog en al so veer
En iederiene mos 'et hoor'n
Doarum klunk telk'ns weer:

't Kwam op aarde veur joe allemoal,
't Kwam op de aarde veur joe allemoal!"

Noe war'n d'r wat schoapeleu,
doar ar'ns op 't laand
Dee heurd'n ut van den groot'n Deu:
"Dizze is van Miene Haand!"

't Kwam op de eerde veur joe allemoal,
't Kwam op de eerde veur joe allemoal!

Den groot'n ster, dee wees het al:
Doar, doar kwam Hee op de eerde,
in den klein'n, vieze'n stal
moar toch van onmundig veule weerde!

Joa, leu, zo geet dat noo
en alle joaren weer
lèèft wie noar 'n verjeurdag too
van Jezus, miene Lieve Heer.

donderdag 20 december 2012


ode aan de herfst

Ik heb de herfst gezien.
Hij scheen in duizend kleuren
ik heb de herfst gezien
en het rook naar duizend geuren.

Ik zag de vele paddestoelen
en ook de bladeren, in menig tint
Ik dacht: hoe mooi toch is dit kleurrijk wonder!
Maar ik ben vast de enige die dat vind...

Ik heb de herfst gezien,
ik zag het in de vele mensen,
en in alle dieren, groot en klein.
Ik dacht: wat heb ik niet dat ik moet wensen?
Wat kan mijn leven toch heerlijk simpel zijn...

In onze ogen is het herfst nu
en sterven alle dingen af
we zijn gewend erover te klagen,
als ware dit klimaat een straf.

Maar denk ook eens aan al die mensen,
die leven in een woestenij.
Die zouden dit klimaat wèl wensen,
neem dat maar aan van mij...


Sebo Hilberts, 29-11-’06

zondag 2 december 2012


Weerzien.

Nu ik hier je stem niet meer kan horen,
en alles lijkt zo vreselijk stil,
voel ik me soms zo erg eenzaam
En lijkt het leven soms zo kil.

Maar in mijn hart daar is een kamer,
Ik kan naar binnen op elk moment
Hij wordt bewoont door jou,m’n zuster
en ik weet dat jij daar altijd bent.

Daar kan ik weer horen je lieve stem
en weer zien jouw lieve lach,
Ik kan er voelen je zachte karakter,
alsof ik je werkelijk voor me zag.

Zo weet ik dat jij bij me bent
en met me meereist door het leven.
Ik draag je mee in heel mijn hart,
voor altijd, in heel mijn leven.

Tot de dag zal komen dat ik je weer zal zien,
zal ik je in m’n hartje dragen,
jou, m’n lieve Tien.

m'n zussen Tineke en Heidi
(Tien & Heit)

Gebed

Lieve Vader in de hemel.

Vanochtend vroeg ik: leer mij kijken;
maar van wat ik zag, trok ik me niets aan.
En vanavond hoop ik vergeving te bereiken,
voor wat ik dus heb fout gedaan.

Waarom nog, Heer, zou ik U vragen,
waarom nog, Heer, hoort U mij aan?

Morgen vraag ik om Uw leiding,
maar ik weet, dat ik niet volg Uw raad...
En die avond zal ik vragen om vergeving,
voor alweer menig foute daad.

Waarom nog, Heer, zou ik U vragen,
waarom nog, Heer, hoort U mij aan?

Daarom wil ik U nú eens vragen,
om bij mijn zwakheid stil te staan:

Leer mij U te accepteren,
te berusten in Uw wil.
Leid mij, Vader, op al m’n wegen
en laat mij zijn in eerbied stil.

Maak dat mijn wegen de Uwe zijn.
Want in al mijn zwakheid, Heer,
weet ik dat ik alléén van U kan zijn,
van U en niemand meer!
JIJ

Als ik denk aan jou,
Een mooie lieve vrouw,
Denk ik aan jouw gelaat,
De manier waarop je staat.

Als ik denk aan de glimlach op jouw gezicht,
Je blonde haren in het licht,
Of hoe jij je kleine handen vaak gebruikt,
Of hoe je aan bloemen ruikt.

Als ik denk aan je vreugde en verdriet,
De pijn die men dan even ziet,
Of de schoonheid van je lach,
Je moeheid aan ‘t einde van de dag.

Als ik denk aan je mooie lieve ogen,
Vriendelijk en vol van mededogen,
Aan de manier waarop je loopt,
Of op betere tijden hoopt.

Als ik denk aan het leven dat je hebt geleden
Wellicht vaak en in stilte hebt gebeden,
Of je tomeloze inzet, je grenzeloze trouw
Dan fluister ik je naam en zeg: 
“Ik hou van jou”.